9
‘O nee, niets daarvan.’ Devon haalde Marrok in, ging voor hem staan en versperde hem de weg. ‘Je gaat me verdorie niet zo’n hersenbreker aanreiken om vervolgens weg te lopen.’
‘We moeten naar Walt.’
‘Dan praat je maar tegen me terwijl we naar het plateau lopen. Je houdt me niet aan het lijntje.’
Hij keek haar ongeduldig aan, maar zijn gezichtsuitdrukking ging ineens over in een geamuseerde blik. ‘En als ik dat wel doe?’
‘Dat wil je niet weten.’
‘Echt wel. Je weet me voortdurend te verrassen.’
Ze had zin om hem een dreun te verkopen, zoals hij daar glimlachend stond met elke spier in zijn lichaam die mannelijke kracht uitstraalde en een aangeboren arrogantie waarvan hij zich waarschijnlijk niet eens bewust was.
‘Ik ben het zat dat je drupsgewijs informatie lekt. Gooi het hele verhaal op tafel. Praat tegen me, verdorie.’
Hij haalde licht zijn schouders op. ‘Je hebt gelijk. Het is niet eerlijk van me. Misschien probeer ik alleen maar te vermijden je over Ned en de andere honden te vertellen. Het is niet bepaald gemakkelijk uit te leggen en te geloven.’
‘Niets aan dit alles is gemakkelijk geweest.’ Ze keek hem recht aan en herhaalde: ‘Shi’i’go.’
‘Ik heb je verteld dat het “zomer” betekent.’ Hij stapte om haar heen en liep verder de helling af. ‘Ieders leven kent een cyclus van lente, zomer, herfst en winter. Stel dat we die cyclus kunnen stilzetten, zodat we altijd in de zomer leven?’
‘Ik heb geen idee waar je het over hebt.’
‘Stel dat ons immuunsysteem zo veranderd kan worden dat de afbraak van de cellen die ons uiteindelijk doden vertraagd wordt?’
‘En wat zou daarvoor nodig zijn?’
‘Ik heb geen idee. Maar Paco wist het klaarblijkelijk wel. Toen ik naar de schuilplaats in de verre steile rots ging, waar Paco zijn boek met bezweringen bewaarde, ontdekte ik dat hij met een formule had gespeeld om dat te laten gebeuren. Er stond geen formule in het boek, maar hij schreef dat hij ermee had geëxperimenteerd en hem vervolgens had vernietigd.’
‘En hij heeft je er niet over verteld?’
‘Zoals ik al eerder zei, deelde Paco alleen zijn minder belangrijke “magie” met mij. Ik denk dat hij een publiek wilde, geen leerling.’ Hij pauzeerde. ‘En misschien gezelschap tegen de eenzaamheid. Daar hadden we allebei behoefte aan.’
Eenzaamheid. Ja, ze kon zich voorstellen dat de oude man en de roekeloze kleine jongen met elkaar verbonden waren in die eigenaardige kameraadschap. ‘Hij zei dus dat hij de formule had vernietigd? Waarom had hij dat gedaan?’
‘Daarvoor moet je de oude man begrijpen. Paco was niet uit op geld of macht. Hij was alleen maar geïnteresseerd in de manier waarop dingen werken en hoe hij de manier waarop dingen werken kon veranderen. Shi’i’go was gewoon een van zijn medicijnen waarmee hij kon doen wat hem interesseerde. Als het hem in de problemen bracht, was het niet de moeite van alle inspanning waard. Hij voorzag waar shi’i’go toe kon leiden; Danner cirkelde als een haai om hem heen.’ Hij perste zijn lippen op elkaar. ‘En toen viel hij aan. Hij heeft de oude man laten doodslaan in een poging de formule voor de panacee te pakken te krijgen. Ik denk niet dat het de bedoeling was dat hij zo snel zou sterven. Ze hadden hem beter in leven kunnen laten als ze de door hem vernietigde formule wilden herproduceren. Een van Danners mannen moet een beetje te enthousiast te werk zijn gegaan en Paco hebben gedood voordat ze alles uit hem hadden gekregen. Vervolgens hebben ze de grot volledig overhoopgehaald, in een poging antwoorden te vinden.’ Hij pauzeerde. ‘Maar ze hadden Paco daarvoor nog gedwongen hun over de honden te vertellen.’
‘Wat hebben de honden hiermee te maken? Gaf hij shi’i’go aan de honden?’
‘Ja. De rook en magie van die avond waren alleen maar bedoeld om het toedienen van het drankje te maskeren. Later kwam ik erachter dat hij het hun al jaren gaf. Ik weet niet hoe lang. Misschien was hij op het punt gekomen dat hij het zelfs met me wilde delen en was dit de enige manier waarop hij zichzelf kon dwingen dat te doen.’
‘Dus hij experimenteerde ermee op de honden?’
‘Zo klinkt het alsof het een misdrijf was,’ zei hij scherp. De spieren van zijn lichaam waren ineens strak en gespannen, alsof hij klaar was voor de strijd. ‘Hij zou hun nooit kwaad doen. Paco was dol op honden. Hij vertelde me eens dat hij zich afvroeg wat er van ze zou kunnen worden als we ze een beetje hielpen. Op mensen was hij lang niet zo gesteld. Hij zei altijd dat er maar weinig grote zielen op aarde waren en dat het dus beter was dat de rest van ons hier niet zo lang zou rondlopen.’
‘Maar je zei dat hij dat medicijn aan mensen had gegeven en dat die van hun ziekten herstelden.’
‘Dat dacht ik.’
Verbijsterd staarde ze hem aan.
‘Het waren de honden. Het medicijn dat hij de patiënten gaf, was een placebo. Ik heb je verteld dat hij mij en Ned een aantal keer heeft meegenomen. Ik moest Ned dan naar het bed leiden en de patiënt hem laten aanraken, zelfs laten aaien als hij daartoe in staat was. Niemand zocht er veel achter. Iedereen weet dat honden wel vaker naar ziekenhuizen worden gebracht en dat de patiënten zich daardoor beter gaan voelen. Puur psychisch.’ Hij pauzeerde. ‘Of niet?’
‘Natuurlijk is dat psychisch.’
‘Maar ze zijn heel meevoelend, willen wanhopig graag helpen en delen. Als honden konden genezen en hun eigen gezondheid konden delen, zouden ze dat dan niet doen?’
‘Dat is een hypothetische vraag. Dat kunnen ze niet.’
Hij was even stil. ‘Ned wel. Nika, Wiley en Addie ook. Paco heeft de formule en de panacee zelf vernietigd, maar ze leven nog altijd voort in de honden. De honden zíjn shi’i’go.’
‘Dat geloof ik niet.’
‘Ik zei toch dat het niet gemakkelijk zou zijn?’
‘Daar heb je helemaal gelijk in. Dus jij beweert dat Ned een superhond is?’
‘Nee, hij is heel normaal.’ Hij pauzeerde. ‘Behalve dat hij in alle opzichten supergezond is. Hij herstelt altijd verbazingwekkend snel. Als er iets misgaat in zijn lichaam, overwint hij het en ontwikkelt er onmiddellijk weerstand tegen.’
Daar kon Devon niets tegen inbrengen. Ze was er na de schietpartij zelf getuige van geweest. ‘Sommige mensen en dieren herstellen nu eenmaal snel, andere langzaam.’
‘Niet zoals Ned.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Oké, ik probeer het via een andere weg. Hoe oud denk je dat Ned is?’
‘Vijf of zes.’
‘Hij was vier toen ik als leerling voor Paco ging werken. Ik was toen twaalf. Nu ben ik vierendertig. Reken maar uit.’
‘Je maakt een grapje. Dan zou hij zesentwintig zijn. Labradors worden maar tien à vijftien jaar.’ Maar toen dacht ze terug aan die vreemde datum op de microchip die ze had afgedaan als een bizarre vergissing.
‘Zesentwintig en kerngezond. Het valt niet te voorspellen hoe oud Ned wordt. Door de jaren heen hebben de honden geen tekenen van verval laten zien. Hun intelligentie en verstandelijke vermogens zijn alleen maar toegenomen.’ Hij voegde eraan toe: ‘En ze lijken... te stralen, een aura te hebben, iets wat hun gezondheid en vitaliteit doorgeeft aan de mensen en dieren om hen heen.’
‘Hoe?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Dat weet ik niet. Sinds ik de honden van Danner heb gered, bestudeer ik ze, maar ik heb er nog steeds geen verklaring voor. Ik heb bloedtests en weefselonderzoeken gedaan, maar ze zijn volledig normaal, op hun extreem goede gezondheid na. Misschien werkt de panacee wel direct op de klieren. Als je een antivlooienmiddel op een dier aanbrengt, verspreidt het zich en weert het af. Het zou kunnen dat de talgklieren uitscheiden wat Paco hun heeft gegeven.’
‘Maar dat weet je niet zeker.’
‘Nee.’ Hij spande zijn kaakspieren en zijn donkere ogen glinsterden ineens in zijn gespannen gezicht. ‘En ik ben niet van plan die honden open te snijden en ze onder een microscoop te leggen om erachter te komen.’
Ze huiverde. ‘Is dat wat Danner wil doen?’
‘Natuurlijk. Hij wil ze doden, sectie verrichten en een manier vinden om shi’i’go te reproduceren.’ Hij keek recht vooruit. ‘En hij is niet de enige. Ze zouden in de rij staan om Ned en de andere honden onder handen te nemen. Al die miljarden die aan de horizon gloren. Zelfs de meest idealistische dierenrechtenactivisten zouden het waarschijnlijk goedkeuren ten behoeve van de mensheid. Tenslotte zijn het maar honden.’ Fel vervolgde hij: ‘Maar het zijn míjn honden en er zal ze niets overkomen. Zelfs als ik Paco niet had beloofd dat ik ze zou beschermen, zou ik ze niet laten sterven. Ik zou doorgaan met mijn onderzoek naar ze en de wereld geven wat hij wil of wat hij van die honden nodig heeft, maar niemand komt aan ze.’
‘Wacht even.’ Ze probeerde alle puzzelstukjes in elkaar te leggen. ‘Als het ontcijferen van de microchip niet leidt tot de formule van shi’i’go, waartoe leidt het dan wel?’
‘Naar de locatie van alle vier de honden. Ten behoeve van de veiligheid heb ik ze uit elkaar moeten halen en ze individuele oppassers moeten geven. Daarmee heb ik het gevaar weggenomen dat Danner de volledige controle over de panacee zou krijgen. Ik heb ervoor gezorgd dat niemand alle locaties kent, behalve ik. Ik wilde die informatie altijd bij me hebben en niet wegstoppen, want dan had ik er geen controle over.’
En Marrok wilde altijd overal de controle over hebben, wist ze. De dominante kracht die hij op dit moment uitstraalde, was bijna voelbaar. ‘Maar stel dat er iets met jou gebeurt?’
‘Mocht ik worden gedood, dan moet degene die ik heb uitgekozen om voor de honden te zorgen ze kunnen vinden. Ned is heel sterk en altijd bij me, zodat ik hem kan beschermen. Zolang hij niet door een kogel wordt geraakt, overleeft hij alles. Hij was dus de logische keuze om de microchip te dragen.’
‘Maar als Danner niet op de hoogte is van die microchip, waarom heeft hij mijn laptop dan meegenomen?’
‘Dat heb ik me ook afgevraagd. Misschien hebben ze de laptop meegenomen om te kijken of ze meer over jou te weten kunnen komen en over wat jij weet. Maar daar wil ik liever niet aan denken. En hoe wist die schutter op Santa Marina waar ik zat?’ Zacht voegde hij eraan toe: ‘Reken maar dat ik van plan ben daarachter te komen.’
Zijn stem was zacht, maar al het andere aan hem was hard, glad en dodelijk. Ze dacht terug aan het moment in de eerstehulppost waarop ze had beseft dat er van veiligheid geen sprake was als het om Marrok ging.
‘De persoon die jij hebt uitgekozen om voor de honden te zorgen weet dus van de microchip. Het zou logisch zijn om daar te beginnen. Wie is het?’
‘Bridget.’
Het verbaasde haar niet. ‘En?’
‘Ik vertrouw haar.’ Hij zwaaide met zijn hand toen ze wilde reageren. ‘Er is niemand die ik meer vertrouw. Tegenwoordig heb ik geen blind vertrouwen meer in iedereen. Zelfs Bridget weet de locatie van alle honden niet. Ik heb grenzen. Maar Bridget heeft me de afgelopen drie jaar talloze keren kunnen verraden, en dat heeft ze niet gedaan.’
‘Ik weet niet of ík haar zou vertrouwen. Ze is me een beetje te gewelddadig.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Dat ben ik ook.’
Ineens dacht ze terug aan iets wat Marrok haar eerder had verteld. ‘Je zei een keer dat Danner in beloften handelde.’
‘Denk je niet dat hij shi’i’go aan de hoogste bieder zou verkopen als hij het in handen kreeg? Gezondheid en een hoge leeftijd bereiken zijn als product waardevoller dan atoombommen. Elke persoon, elke leider is kwetsbaar en vatbaar voor de vernietigende werking van een slechte gezondheid en de dood. Of een dictator leeft of sterft heeft invloed op gebeurtenissen in de hele wereld. Shi’i’go zou bescherming bieden en de ultieme bron van macht zijn. Danner zou eindelijk toch God kunnen zijn. Heimelijk was hij al aan het onderhandelen met leiders over de hele wereld, zelfs toen hij Paco nog niet vermoord had.’ Scherp voegde hij eraan toe: ‘Maar hij heeft er nog geen profijt uit kunnen trekken. Op de avond van Paco’s dood heb ik de honden bij hem weggehaald.’
‘Dus Danner had ze al te pakken?’
Hij knikte. ‘Ik ontdekte dat hij ze naar een van zijn onderzoekslaboratoria in de woestijn wilde verschepen om ze daar te doden en te schouwen.’ Hij ontblootte zijn tanden tot een tijgergrijns. ‘Ze zijn er nooit aangekomen. Ik heb de banden van de truck lek geschoten en de honden bevrijd. Daarna heb ik de truck opgeblazen en ben ik naar Danners lab gegaan. Helaas was hij daar niet.’
De truck opgeblazen. Hoeveel mensen had hij die avond vermoord? Zijn gezichtsuitdrukking verried de woede die hij die avond over Paco’s dood had gevoeld. ‘En jij hebt de honden onder je vleugels genomen.’ De uitdrukking paste totaal niet bij de persoon van Marrok. Alsof de honden onder de vleugels waren genomen van een adelaar, met al zijn kracht en wreedheid. ‘Hoe lang geleden is dat?’
‘Vier jaar.’ Hij zwaaide naar Walt, die net was geland en in hun richting taxiede. ‘Heb je nu genoeg om over na te denken?’
Ze knikte. ‘Maar een deel is behoorlijk onverteerbaar.’
‘Laat het rustig bezinken. Je wilde alles weten, en ik heb je alles verteld. Ik kan je niet dwingen het te geloven.’ Hij liep naar het vliegtuig. ‘Dat is helemaal aan jou.’
Bridget belde Marrok tien minuten nadat ze waren opgestegen. ‘Met Addie lijkt alles goed. Ik heb buiten de muren een observatiepunt opgezet en haar uitvoerig gadegeslagen. Ze speelt met de andere honden, vermaakt zich uitstekend en heeft zich prima aangepast. Ik dacht dat het geen goed idee was om haar hierheen te halen, maar ik had het fout.’
‘Jij, fout? Mijn hemel, een bekentenis van die grootte verbijstert de verbeelding.’
‘Kop dicht, Marrok. Je weet dat ik ingehuurde, geselecteerde oppassers voor alle honden een goed idee vind. Maar dit experiment had verkeerd kunnen aflopen.’
‘Ik heb nooit aan de afloop getwijfeld. Addie is achter die muren veiliger dan ergens anders. En ze heeft een oppasser.’
‘Een die je niet kunt commanderen zoals je met de rest van ons doet. Dat kan een probleem zijn.’
‘Jij schrikt toch ook nooit als ik de zweep hanteer?’ Hij pauzeerde. ‘Je zei dat alles goed leek met Addie. Geen teken van Danner?’
‘Ik heb de locatie en het gebied eromheen zorgvuldig uitgekamd en niets verdachts gezien.’
‘En?’
‘Oké, ook niets gevoeld. Maar je weet dat dat niet altijd gebeurt. Met Fraser gebeurde het bijvoorbeeld niet. In elk geval niet op tijd.’
‘Bridget...’
‘Ik weet het, ik weet het.’ Ze ging op een ander onderwerp over. ‘Hoe staan de zaken? Heb je de schade weten te beperken of heeft Danner de ontcijfering?’
‘Dat laatste.’
‘Verdorie.’
‘En het is slechts een kwestie van tijd voordat hij de vertaling heeft. Ik heb het zo ingewikkeld gemaakt dat hij het stukje bij beetje moet doen. Maar Addies locatie is de eerste waar hij achter komt, en hij zal niet wachten totdat hij de rest van de vertaling heeft. Alles begint in sneltreinvaart uit de hand te lopen. Zelfs Lincoln is onderweg naar de ranch.’
‘Lincoln? Dat is niet best.’
‘Ik regel het wel. Bel me als er iets is.’ Hij hing op en wendde zich tot Walt. ‘Nog geen Danner. Misschien hebben we mazzel.’ Hij pakte een notitieblokje uit zijn jaszak en gaf dat aan hem. ‘Informatie die ik van Sherwood heb gekregen. Het is niet veel. Ga ermee aan de slag en kijk wat je te weten kunt komen.’ Hij keek naar Devon. ‘Bridget is bij Addie. Ze denkt dat alles voorlopig nog oké is.’
Devon probeerde zich de beschrijving van de honden te herinneren die Marrok haar had gegeven. ‘Addie is de golden retriever.’
‘Ja.’ Kort voegde hij eraan toe: ‘Ik zal zo snel mogelijk proberen jou en je mensen bij ons weg te halen.’
Verbijsterd staarde ze hem aan. ‘Ik dacht dat je ons juist op de ranch wilde hebben.’
‘Dat was voordat ik wist dat Danner de laptop had. Hij zal de code beslist weten te ontcijferen. We kunnen niet meer rustig en veilig wachten op onze kans om Danner te grazen te nemen. Ik moet de honden meteen verplaatsen. We gaan weg zodra we weten dat hij is vertrokken. Op de ranch zal het niet meer veilig zijn. Buiten de ranch is het nergens veilig. Ik kan je niet beschermen.’
Ze keek van hem weg. ‘Ik heb je nooit gevraagd me te beschermen. Ik wilde alleen maar dat je me met rust liet en me mijn eigen leven liet leiden.’
‘En je vriend Gilroy en Janet McDonald dan?’
‘We zijn niet hulpeloos. Zolang we ons ervan bewust zijn dat er een dreiging is, kunnen we allemaal voor onszelf zorgen.’
Nee, ze was niet hulpeloos, wist hij. Ze was gehard en slim en kon de meeste onverwachte gebeurtenissen aan. Ze had dood en verderf gezien in tientallen rampgebieden. Maar ze had nog nooit met een man als Danner te maken gehad. De dood had ze nog nooit van zo dichtbij meegemaakt. Hij had de schok op haar gezicht gezien bij het aanschouwen van die macabere krijttekening op de grond van de kliniek.
En hij wilde haar verdorie helemaal niet wegsturen. Waarom had hij haar over shi’i’go verteld als hij wist dat hij haar misschien moest laten gaan? Hij wilde een reden hebben om haar bij zich te houden, haar dichter naar zich toe te trekken, degene te zijn die haar beschermde. De laatste keer dat hij zich zo beschermend tegenover iemand had opgesteld kon hij zich niet eens meer herinneren.
Maar hij had zich ook beschermend tegenover Paco gevoeld. Niet dat het de oude man enig goed had gedaan, dacht hij verbitterd. Marrok had hem nooit laten weten hoeveel hij om hem gaf. Hij was vertrokken, en die klootzak had hem vermoord. Het enige wat hij nog kon doen, was zijn dood wreken en zich aan zijn belofte houden. Dat zou het enige moeten zijn wat belangrijk voor hem was. Er was niets veranderd. Niets was anders. Zijn gevoelens voor Devon Brady zouden vanzelf wegebben.
Hij keek weg. ‘Ik twijfel er geen moment aan dat je in staat bent je eigen leven te leiden. Zodra ik een manier heb gevonden, verdwijn ik uit je leven.’
Verdorie, wat dacht Lincoln wel niet, ging er door Bridgets hoofd toen ze had opgehangen. Hij had hier niets te zoeken en had beloofd dat hij in Londen zou blijven, tenzij Marrok of zij een noodbericht stuurde.
Waarom verbaasde het haar eigenlijk? Ze wist hoe hij dacht. Lincoln was slim en gewiekst en wilde zelf degene zijn die de touwtjes in handen had. Maar dat mocht niet gebeuren. Marrok zou hem moeten aanpakken.
Maar verdorie, als Lincoln voet bij stuk hield, was de situatie zo delicaat dat hij haar met zijn bemoeienis misschien zou ondermijnen. Ze kon het maar beter zelf afhandelen.
Snel toetste ze het nummer in.
Na drie keer overgaan nam Lincoln op. ‘Ah, Bridget. Fijn om van je te horen, en het zal nog fijner zijn om je te zien. Ben je op de ranch?’
‘Nee.’ Kortaf voegde ze eraan toe: ‘En jij zou daar ook niet naartoe moeten gaan. Ga terug naar het gezellige oude Engeland en blijf daar totdat je wordt uitgenodigd.’
‘Wat onbeleefd van je. Marrok zei dat ik stand-by moest staan. Ik heb dat opgevat als een uitnodiging.’
‘Stand-by staan betekent niets meer en niets minder. Je stuurt een team om de boel op te ruimen als wij daarom vragen. Je houdt de media bij ons vandaan. Je regelt een plek voor de honden als ze het land uit moeten.’
‘En ik heb er altijd op aangedrongen dat dat zo snel mogelijk moest gebeuren. Op mijn eigen grondgebied kan ik mijn werk veel beter doen.’
‘Omdat je dan de mogelijkheid en macht hebt om het project over te nemen. Ik vertrouw je niet voldoende, Lincoln.’
‘Jij niet? En Marrok dan?’
‘Ik bedoelde: wij vertrouwen je niet voldoende.’
‘O nee? Misschien moet ik je rol hierin eens met Marrok bespreken. Er zijn dingen die hij over jou zou moeten weten. Ik heb de laatste tijd wat onderzoek naar je uiterst interessante verleden gedaan.’
Ze was stil en dacht over de implicaties na. ‘Je bluft. Er valt niets over mij te weten te komen. En denk je dat Marrok je zou geloven? Jij hebt me drie jaar geleden bij Marrok aanbevolen. Als je met iets komt wat verdacht zou kunnen zijn, valt de verdenking ook op jou.’
‘Wat ben je toch slim. Maar het zou nog slimmer zijn als je je aan mijn kant schaarde. Marrok is te veranderlijk. Hij is zijn hele leven al ongrijpbaar geweest en kan zich tegen ons allemaal keren als hij in een slechte bui is.’
‘Niet tegen mij.’
‘Je vertrouwen in hem ontroert me.’
‘Je kent hem niet. Hij is veranderd.’
‘Ik hoop voor je dat je gelijk hebt... voor je eigen bestwil.’ Hij viel even stil. ‘Maar houd je mijn aanbod in gedachten?’
Ze liet een stilte vallen. ‘Ja.’
‘Fantastisch. Dan vergeten we dat dit gesprek heeft plaatsgevonden totdat je er klaar voor bent.’
‘Nee, dat doen we niet. Jij speelt een eerlijk spel met Marrok en houdt je aan de regels zolang je hier bent.’
‘En als ik dat niet doe? Laat je dan Marrok de wildeman op me los?’
‘Nee, dan pak ik je zelf aan,’ zei ze koel. ‘En dat zou je niet willen, toch?’
‘Bridget, ik laat me echt niet intimideren door –’
‘Toch, Lincoln?’
Hij gniffelde. ‘Best interessant om het uit te proberen. Ben je echt zo goed als ze zeggen?’
‘Ja. En de veranderlijkheid of woestheid die je Marrok toedicht, zijn mij totaal vreemd. Ik ben volledig gefocust en ga door totdat het voorbij is. Ik stop nooit, Lincoln.’
Even was hij stil. ‘Ik wil een potentiële bondgenoot natuurlijk niet tegen me in het harnas jagen. Misschien kan ik mijn plannen nog wijzigen.’
‘Dat lijkt me verstandig.’ Ze hing op. Lincoln was toeschietelijker geweest dan ze had verwacht. Ze had geweten dat hij haar op een gegeven moment zou benaderen, maar had gedacht dat hij in deze noodsituatie behoedzaam tegenover anderen zou zijn.
Was het bluf dat hij onderzoek naar haar had gedaan? Ze had niets om zich zorgen over te maken. Alles wat problemen kon opleveren, had ze uit de weg geruimd, maar ze wilde niet dat Lincoln nu problemen zou veroorzaken. Na drie jaar wachten, werken en toekijken was ze dicht bij het uiteindelijke doel gekomen. Ze kon het niet gebruiken dat Lincoln zich erin mengde en haar in de weg stond. Wat dat betrof kon ze maar beter Jordan op de hoogte brengen van de problemen die eraan zaten te komen. Ze belde naar Londen.
Na twee keer overgaan nam Jordan Radkin op. ‘Problemen?’
‘Ik weet het niet. Lincoln zegt dat hij dingen over mijn lugubere verleden heeft ontdekt. Klopt dat?’
‘Vast niet.’ Hij gniffelde. ‘Ik ben de enige die je gruwelijke geheimen kent, Bridget. Wat een mazzel, hè?’
Ze negeerde de vraag. Jordan kon soms echt een rotzak zijn. Ze zag hem zo voor zich met zijn ijskoude, grijze ogen die plagerige humor uitstraalden. ‘Je kunt het maar beter verifiëren. Het gaat allemaal snel hier. Ik wil geen inmenging.’
Jordan was even stil. ‘Hoe staat het ervoor?’
‘Waarschijnlijk weet ik aan het einde van de week waar alle honden zijn. Dan kan ik tot actie overgaan.’
‘Voorzichtig.’
‘Zo voorzichtig mogelijk. Tot ziens, Jordan.’ Ze hing op.
Jordan was er niet absoluut zeker van dat Lincoln niets zou kunnen vinden, maar dat kwam nog wel. Niemand was geestdriftiger of onderzoeksgerichter dan Jordan als hij op jacht was. Ze kon het aan hem overlaten.
Ze maakte het zich gemakkelijk op de grazige heuvel met uitkijk op het landhuis waar Addie was gehuisvest. De golden retriever leefde een goed leven, en Marrok had gelijk: de beveiliging rond het landgoed was uitstekend. Niet vanwege Addie, maar vanwege de mensen die op deze strook land met uitzicht op de Grote Oceaan woonden. Het gerucht ging dat het landgoed ooit misschien bekend zou staan als het tweede Witte Huis. Eerder op de dag had Bridget twee beveiligers moeten ontduiken en ze zou goed moeten blijven opletten.
Ze tuurde door haar verrekijker en stelde hem scherp op Addie, die op het terrein onder haar aan het ravotten was. Allemachtig, wat was ze mooi. Een en al gouden kracht en soepelheid. Lincoln kon doodvallen. Als het niet anders kon, zou ze met hem afrekenen. De complicaties namen met de minuut toe, maar dit was nu haar taak.
De zomerhonden moesten in leven gehouden worden.
Een lange, magere man stond op de veranda aan de voorzijde van het huis en keek toe terwijl de helikopter neerdaalde in de omheinde weide op een paar meter afstand van het stalerf.
‘Daar heb je hem,’ mompelde Walt. ‘Problemen.’
‘Alleen de eerste tien minuten,’ zei Marrok bars. ‘Daarna zal hij óf meewerken óf verdwijnen.’
Devon staarde nieuwsgierig naar de man die de trap afliep om hen te begroeten.
Chad Lincoln was begin veertig, en ze was verrast door zijn strakke, korte coupe, zijden overhemd en keurige op maat gemaakte pantalon. Hij glimlachte en zwaaide, en Devon vond het moeilijk om die vriendelijke, smaakvolle, elegante verschijning te rijmen met de man die ervoor had gezorgd dat Marrok zo onverbiddelijk had gereageerd.
‘En hij is van de Britse Inlichtingendienst?’ vroeg ze ongelovig. ‘Hij heeft meer weg van een modeontwerper.’
Walt gniffelde. ‘Mag ik dat tegen hem zeggen?’
‘Nee,’ zei Marrok. ‘Hou je erbuiten.’ Hij opende het portier van de helikopter. ‘En Devon, Lincoln is beslist geen modeontwerper. Hij heeft bij de Koninklijke Marine gezeten en sinds hij voor MI6 werkt, heeft hij bewezen op het slagveld zeer dodelijk te zijn.’
‘Jullie zijn bondgenoten, maar zitten duidelijk niet op dezelfde golflengte. Hoe denkt hij over jou?’
‘Waarschijnlijk hetzelfde.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Nee, niet hetzelfde. Ik heb respect voor hem, en hij minacht mij. Hij wil alles geciviliseerd, netjes en keurig houden, zijn moorden ook. Hij ziet mij als een onzuivere bastaard en een primitieveling. Aangezien ik dat ook ben, kan ik hem niet tegenspreken.’
‘Dat kun je wel, en dat zou je ook moeten doen. We zijn wie we zijn door onze eigen inspanningen, niet door onze afkomst.’
‘Maar weet je, het maakt me niet uit of ik een primitieve bastaard ben,’ zei Marrok. ‘Misschien vind ik het zelfs wel een prettig excuus om niet geciviliseerd te worden.’
Met samengeknepen ogen keek ze hem aan. ‘Dat je ook gebruikt. Ik zie je gretigheid. Je verheugt je op deze confrontatie met Lincoln.’
‘Dat heb je heel goed.’ Hij glimlachte onbekommerd. ‘Laten we het erop houden dat ik nog een appeltje met hem te schillen heb. Het is zo nu en dan voorgekomen dat hij de touwtjes in handen had, en ik hou er niet van gemanipuleerd te worden. Ik wil het hem betaald zetten.’ Zijn glimlach vervaagde. ‘En die klootzak moet met zijn poten van mijn honden afblijven.’
‘Wat heeft hij met de honden te maken?’
‘Vraag dat maar aan hem,’ zei Marrok terwijl hij naar Lincoln riep, die nu op slechts een paar meter afstand was. ‘Chad Lincoln, Devon Brady. Devon wil weten wat je met de honden te maken hebt, Lincoln.’
‘Niet genoeg.’ Lincoln glimlachte naar Devon. ‘Fijn je te ontmoeten, dokter Brady. Ik wist dat het er een keer van zou komen. Toen je in Santa Marina zat, heb ik een dossier over je moeten samenstellen. Voor één keer was het een plezier om navraag voor Marrok te doen. De meeste mensen met wie hij omgaat, behoren tot het schuim der aarde.’
‘Heb je onderzoek naar me gedaan?’ vroeg Devon geschrokken.
‘Ik zou Ned aan jou toevertrouwen,’ zei Marrok alleen maar. ‘Ik kon geen risico’s nemen. Tegenwoordig vertrouw ik op mijn eigen beoordelingsvermogen, maar in het verleden ben ik wel eens om de tuin geleid.’
Door Raymond Danner, besefte ze. En die vergissing had tot de dood van zijn vriend Paco geleid.
‘Je had ook mij kunnen benaderen,’ zei Lincoln. ‘Ik was meteen gekomen om Ned van het eiland te halen.’
‘Dat geloof ik onmiddellijk. Maar hoe groot was de kans dan geweest dat ik Ned ooit weer zou zien?’
‘Vijftig procent.’ Lincoln wendde zich tot Devon. ‘Maar jij had er niet bij betrokken hoeven worden. Je baalt vast verschrikkelijk van de manier waarop je leven overhoop is gehaald.’
‘Ja.’ Maar ze was niet van plan zich door hem als onderpand tegen Marrok te laten gebruiken, iets wat hij duidelijk wel in gedachten had. Ze vroeg opnieuw: ‘Wat heb jij met de honden te maken?’
‘Ik ben het vangnet. Zo zie je me toch, Marrok?’
‘Ja. Hoewel ik de laatste tijd wel begin te twijfelen.’
‘Je had over de gevolgen moeten nadenken voordat je me benaderde,’ zei hij zacht. ‘Je kon niet verwachten dat we je spelletje gewoon zouden meespelen terwijl je zoveel risico’s nam.’
‘Dat verwachtte ik ook niet. Ik wist dat je me uiteindelijk zou ondermijnen.’ Hij keek hem recht aan. ‘Maar niet nu. Je zult ons in het drijfzand duwen. Wil je dat Danner de leiding neemt?’
‘Nee, ik ben van plan zelf de leiding te nemen. MI6 wordt ongeduldig.’ Zijn blik verplaatste zich naar Devon. ‘Maar ik ben onbeleefd. Je wilt weten wat mijn connectie met Marrok is? Vier jaar geleden kwam hij bij me met een wild verhaal en een nog wilder voorstel. Hij zei dat hij er niet op kon vertrouwen dat een Amerikaanse overheidsinstelling zijn honden zou kunnen beschermen. Danner had te veel macht en invloed in zijn land. Wij zouden, indien gevraagd, opruimhulp en een schuilplaats voor de honden bieden als en wanneer dat noodzakelijk was. Ik heb hem zo’n beetje mijn kantoor uit gelachen.’ Hij pauzeerde. ‘Maar toen demonstreerde hij de opmerkelijke vaardigheden van zijn hond Ned. Ik laat me niet snel overtuigen, maar uiteindelijk is hij er toch in geslaagd.’
‘Hoe?’
‘Een bezoek van Marrok en Ned aan diverse terminaal zieke patiënten in het St. Cecelia’s Hospital. Zeven van de negen waren aan het einde van dat bezoek niet meer terminaal.’
Geschokt staarde ze hem aan. Eigenlijk zou ze niet zo verbluft moeten zijn. Marrok had haar verteld dat de honden dat wonder konden verrichten. Maar ze besefte nu dat ze hem niet had geloofd. De panacee, het effect op de honden, Paco... Het leek allemaal wel een verhaal uit een boek. Maar deze koele bevestiging van Lincoln trok haar van het verhalenboek in de realiteit. Ze bevochtigde haar lippen. ‘Zeven van de negen?’
‘Een mooi percentage, hè? Mooi genoeg om mijn meerderen ervan te overtuigen dat Marrok en zijn zomerhonden de moeite van onze investering waard waren.’
Marrok glimlachte boosaardig. ‘Maar niet zonder een onmiddellijke wederdienst.’
‘Niet onmiddellijk. En je kon niet verwachten dat we je zouden financieren zonder er iets voor terug te krijgen.’
‘Nee, dat verwachtte ik ook niet.’ Hij richtte zich weer tot Devon. ‘Je hebt de afgelopen vierentwintig uur nauwelijks geslapen. Waarom ga je binnen niet even een dutje doen?’
‘Wil je me soms weg hebben?’
‘Ja. Ik moet met Lincoln praten, en jij hoeft dat niet te horen. Zoals Lincoln al zei, baal je al genoeg van het feit dat je erbij betrokken bent.’
Balen? Natuurlijk baalde ze. Toch merkte ze dat ze het niet leuk vond dat ze als een buitenstaander werd weggestuurd.
Maar was ze iets anders dan een buitenstaander? Haar hart was geraakt door die honden, maar ze waren niet haar probleem. En Marrok al helemaal niet.
‘Je kunt niet helpen, Devon.’ Marroks blik rustte op haar gezicht. ‘En als je hebt geslapen en weer in evenwicht bent, wíl je ook niet helpen.’
‘Ik heb ook nooit gezegd dat ik wil helpen.’ Ze draaide zich om en liep de trap van de veranda op. ‘En ik ben sowieso niet geïnteresseerd in jullie bespreking. Ik ga Nick bellen om hem te laten weten dat alles oké is.’
‘En doe een dutje.’
‘Als ik daar zin in heb.’ Ze sloot de hordeur achter zich en besloot dat ze niet meer naar de twee mannen zou omkijken. Ze zou hen buitensluiten, bellen, gaan liggen en alle waanzin uit haar gedachten zetten. Ze belde Nick terwijl ze naar de slaapkamer liep.
‘Hoe gaat het?’ vroeg ze toen hij opnam.
‘Prima. Heb je de laptop?’
‘Nee. Het ging niet zo goed.’ Dat was een understatement. Het leek alweer lang geleden dat ze naar die krijttekening op de vloer van de kliniek had gestaard. ‘En misschien wordt het nog erger.’
‘Voor ons?’
‘Dat verwacht ik niet. Marrok is van gedachten veranderd en wil ons hier niet meer hebben.’
‘Dat wilde je toch graag? Vanaf wanneer?’
‘Binnenkort. Is alles goed met Janet?’
‘Ja hoor. Ze zoekt ruzie en probeert tegelijkertijd, zoals gewoonlijk, de boel te bestieren.’
‘Gracie?’
‘Die mist je. Maar ze is dol op iedereen. Het gaat prima met haar.’
‘Goed. Ik doe een dutje en dan kom ik bij jullie. Dag Nick.’
‘Devon, je klinkt... Waarom kom je niet meteen, dan kunnen we even praten.’
‘Bedankt. Maar ik heb op dit moment geen behoefte aan een schouder om op te leunen. Ik ben met iets geconfronteerd wat behoorlijk vreemd is en moet beslissen of ik het accepteer.’ Maar ze had het al geaccepteerd, besefte ze. De schok die volgde op Lincolns bijna terloopse bewering had door het waas van verbijstering heen gebroken dat haar omgaf. Waarschijnlijk zou ze nog steeds momenten van ongeloof en twijfel kennen, zolang ze het niet met eigen ogen had gezien. Ze zou er nooit helemaal zeker van zijn totdat ze zelf getuige was. Maar ze had de mogelijkheid geaccepteerd en kon die wetenschap niet de rug toekeren. ‘Ik spreek je later, Nick.’ Ze hing op.
Langzaam liep ze naar het bed. Als ze had geaccepteerd dat er een panacee als shi’i’go bestond en dat die op een of andere manier op Ned en de andere honden was overgedragen, dan kon dat alles veranderen. Het potentieel was enorm en een beetje beangstigend.
Probeer je eens in mij te verplaatsen, had Marrok gezegd. Ja, ze begreep hoe moeilijk en verwarrend het voor hem moest zijn. Hij moest zoveel ijzers in het vuur houden en werd door zoveel motieven gedreven: hij was verantwoordelijk voor de panacee, vastbesloten de dood van zijn vriend te wreken, de honden te beschermen en te voorkomen dat Danner de touwtjes in handen kreeg. Zou zij erin geslaagd zijn al die elementen in evenwicht te gehouden? Niet een paar dagen, maar een paar jaar? Waarschijnlijk niet op de manier waarop Marrok het had gedaan. Marrok neigde naar roekeloos geweld, en zelf was ze altijd redelijk en verstandig geweest.
Dat was veranderd sinds Marrok in haar leven was gekomen. Vanaf dat moment had ze impulsieve beslissingen genomen en zich door emoties laten drijven. Ze had niet alleen willen voorkomen dat anderen door Danner werden vermoord, maar ook wraak gewild voor haar vermoorde vrienden. Marrok had een opmerking gemaakt over haar zachtaardigheid, maar waar was die zachtaardigheid gebleven? Het antwoord was duidelijk: ze was bezig in Marroks voetsporen te treden en ontdekte dingen aan zichzelf die ze nooit had gekend.